Menu

Timo Tembuyser over transparantie & taboe
PLAN

Een eindeloze inspiratiebron van ridicule paradoxen, zo noemt theatermaker en zanger Timo Tembuyser het christendom. Hij groeide op in Ninove, een klein stadje in de buurt van Brussel, waar hij in een knapenkoor zong. Met dat verleden probeert hij in zijn werk in het reine te komen: hij componeert hedendaagse sacrale koormuziek, terwijl hij tegelijkertijd een gemeenschap onderzoekt ‘die uitsluit en insluit en eigenlijk een beetje schijnheilig is.’

Interview met Timo Tembuyser voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

Dat schijnheilige zit bijvoorbeeld in het beeld dat het christendom van vrouwen geeft. ‘Als we aan een moeder denken,’ legt Tembuyser uit, ‘zien we een soort Maria voor ons: een heilige vrouw die geen seks heeft gehad maar wel zwanger wordt en die bevalt terwijl haar maagdenvlies intact blijft. Het christendom draagt allemaal van dat soort belachelijke mysteries in zich die de vrouwelijke kracht ondermijnen.’

Daarom zette Tembuyser de moederfiguur centraal in Missa Mater Sola, een voorstelling die hem een nominatie voor de BNG Bank Theaterprijs 2022 opleverde. Bij hem is die figuur geen archetypische moeder, maar een bron van vrouwelijke kracht. Zulke schijnheiligheden van het christendom deconstrueren doet hij wel altijd met respect. ‘Ik heb begrip en compassie voor mensen die geloven, maar niet voor de kerk en het Vaticaan als instituut. Niet voor de top-down denkende mannen die bepalen wat we moeten doen en laten, wie zondig is en wie niet, en wat vrouwen met hun lichamen moeten doen.’

Hij klinkt ietwat fel, maar het is niet zijn bedoeling om tegen schenen aan te schoppen. ‘Wel ertegenaan te schuren’, verduidelijkt hij. ‘In sommige kerken mag je een altaar bijvoorbeeld niet aanraken, maar in Missa Mater Sola leun ik er halfnaakt tegenaan met een moeder in mijn armen. In Missa Homo Sacer ga ik er zelfs op zitten, dan zoek ik heel gestileerd met een man onder het kruis.’

Stembevrijding
Tembuyser heeft altijd nog schoonheid kunnen vinden in religie, vooral wanneer het zingen betreft. ‘Een koor is per definitie inclusief,’ vindt hij, ‘want iedereen die meezingt krijgt een stem. De vraag is alleen wie toegang krijgt tot dat koor.’ Zelf voelde hij zich toen hij bij het knapenkoor zat enerzijds opgenomen in de gemeenschap, en anderzijds ervoer hij uitsluiting. ‘Ik voelde me buitengesloten door mijn seksualiteit, als man die van mannen houdt.’ Die kant van hem mocht geen plek hebben binnen de kerk.

Technische zanglessen heeft hij nu pas, op het Conservatorium in Tilburg. Maar wat vormend was in zijn ontwikkeling als maker, was stembevrijding. ‘In het tweede jaar op de toneelschool had ik een soort van mental breakdown. Toen heb ik gereisd en kwam terecht bij gemeenschappen en sjamanen die een stem niet alleen als muzikaal instrument zien, maar als je hele ziel.’ De stem kun je zelfs zien als het meest transparante communicatiemiddel: ‘Je hoort meteen aan iemands stem of iemand zenuwachtig of emotioneel is of iets vasthoudt.’

Zelf had Tembuyser ook te maken met blokkades. ‘Mijn ouders zijn gescheiden toen ik jong was en daardoor ben ik gefragmenteerd opgevoed. Op school moest ik mijn seksualiteit verbergen. Dan word je op jonge leeftijd slim in het belichten of verbergen van delen van jezelf.’ Door zijn tijd bij de verschillende stammen, kon hij zijn stem bevrijden. ‘Ik leerde landen in de eenheid, zodat ik altijd overal dezelfde persoon ben. Langzaamaan kon ik mijn stem volledig geven aan wie ik ben en mijn blokkades loslaten.’

Sinds kort richt hij zich meer op solozang en vraagt zich af: wat is zijn stijl of stem als het ensemble wegvalt? ‘Daar was ik in Missa Mater Sola al mee bezig, met hoe het individu meer ruimte wil krijgen door bijvoorbeeld een eigen songtekst te zingen los van de rest.’

Lust & angst
Toch wil hij altijd nog dat gemeenschapsgevoel oproepen bij zijn publiek. Samen helen. In Missa Homo Sacer is hij verwikkeld in een soort erotische knuffel of misschien wel gevecht met zijn medespeler. Tembuyser: ‘Er zit lust in, maar ook angst. Om ons heen begint het koor een Kyrie, waarmee je een mis inleidt, te zingen. Deze voorstelling hebben we in kerken in Noord-Nederland gespeeld. Dan voelde ik dat het publiek dat beeld van twee mannen die zo intiem zijn in een kerk kapot wilde maken door bijvoorbeeld te schuifelen of te kuchen. Maar doordat het koor dat Kyrie zingt waar het publiek zich wel toe kan verhouden, gebeurt er iets spannends.’

Dat ‘iets’ noemt hij heling. ‘Vaak genoeg zijn mensen na zo’n voorstelling naar me toe gekomen om me te bedanken. “Zoiets heb ik nog nooit gezien, maar ik had er behoefte aan”, zeggen ze dan. Daar zit voor mij het helende aspect in: ik verleid mensen met een koorstuk maar laat ook iets zien wat mogelijk problematisch of taboe is.’ De frictie daartussen, daar zit volgens hem de mogelijkheid voor heling.

Net als in de stilte. Tembuysers voorstellingen eindigen daar meestal mee. ‘Meestal zijn er geen mensen die meteen willen gaan klappen, maar wil iedereen nog even in die ruimte blijven. Dan luisteren we samen even naar die stilte. Dat is misschien wel het mooiste applaus.’

 


Ontmoet de makers

Drie nieuwe PLANmakers
PLAN

Het nieuwe jaar brengt 3 nieuwe instromers in PLAN! Anna Verkouteren Jansen, Anthony van Gog en King Sisters kunnen de komende jaren met steun van PLAN hun werk en talent verder ontwikkelen.

Een hele korte voorstelronde, lees meer over de makers via de linkjes:

 

Anna-Verkouteren-Jansen_foto-Viktoryia-Shydlouskaya

Anna Verkouteren Jansen is regisseur, theatermaker en schrijver. Ze maakt hallucinogene portretten van loners en underdogs, waarbij ze verschillende lagen van het bewustzijn verkent. Anna volgt haar PLAN-traject onder de vleugels van Podium Bloos. In de eerste helft van 2023 werkt ze bij Podium Bloos en De Nieuwe Vorst aan de immersieve audio-installatie Radio Sueño, een naar eigen zeggen ‘existentiële, hyperimmersieve filosofische softporno – geluidsinstallatie from space.’

Choreograaf Anthony van Gog maakte als duo met Maarten Heijnens al eerder indruk binnen Makershuis Tilburg en richt zich de komende PLAN-jaren onder mentorschap van DansBrabant op het zelfloze lichaam, op het idee dat wij mensen in wezen geen ‘vaste kern’ hebben, maar dat identiteit een spiegelspel is dat niet gestopt gespeeld moet worden.

De zussen Joske, Annelie en Marthe Koning vormen samen collectief King Sisters. Alledrie zijn ze podiumkunstenaars met hun eigen discipline en praktijk. Wanneer ze samen op de vloer staan vinden ze elkaar een unieke muzikale taal, die is ontstaan in hun jeugd. Met hun zangstemmen als vertrekpunt creëren ze kunstzinnige, niet-alledaagse, a-capella concerten waarin ze elkaar, vanuit hun eigen disciplines, steeds uitdagen.


Ontmoet de makers

Elias De Bruyne vaart voorbij veiligheid naar humor en ongemak
PLAN

Het begon bij het beeld van een koelkast. Elias De Bruyne was aan het herstellen van een niertransplantatie en kon een flinke tijd niet werken, terwijl de wereld in een hard tempo verder ging. ‘Het was alsof ik in een koelkast zat, alsof ik al mijn ideeën moest bewaren tot ik hersteld was.’

Interview met Elias De Bruyne voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

Daarom zie je in de voorstelling Wat als dit alles is? een koelkast op het podium staan. Langzaam komt er een pot mayo uit, dan een pak vissticks. Na een tijdje verschijnt De Bruyne zelf, terwijl een computerstem zijn biografie oplepelt. Het publiek leert hem kennen, weet dat hij worstelt met de draad oppakken van het theatermaken na lange tijd stil te hebben gestaan. Ondertussen blijven er spullen uit de koelkast komen, alsof de ideeën die hij al die tijd moest bewaren zonder er voorstellingen van te kunnen maken nu hun weg naar buiten vinden.

Verdwaalde kapitein
Veel van zijn werk gaat over zijn eigen zoektocht in het leven, over vragen die iedereen weleens heeft over wie je bent of wat je plek is in deze wereld. ‘Ik voel me een soort eenzame, verdwaalde kapitein.’ Maar deze beladen onderwerpen benadert De Bruyne met relativering en veel humor. Vooral met zijn onhandigheid, die hij ook in het dagelijks leven bezit, speelt hij op het toneel. ‘Ik denk dat ik er best goed in ben mensen te doen lachen. Om er vervolgens meteen iets tragisch tegenover te zetten, zodat ze denken: “Moet ik hier eigenlijk wel om lachen? Of moet ik huilen?”‘

In Wat als dit alles is? begint hij bijvoorbeeld zonder uitleg plots aan een absurde dans. ‘In mijn hoofd dans ik een stilleven na. Dus ik beeld een dode haas, druiven of een andijvieschaal uit. Het publiek moet lachen, maar ik doe het uiterst serieus, zonder zelf te lachen, waardoor sommigen zich beginnen af te vragen of ik het echt meen.’

Op nog veel meer andere manieren speelt De Bruyne met spanning. ‘Door bijvoorbeeld veel te lang stil te zijn en te kijken naar het publiek, tot het ongemakkelijk wordt.’ Hij weet dan heel goed wat hij aan het doen is en heeft controle over de situatie, maar op zo’n moment voelt hij het ongemak ook daadwerkelijk zelf. ‘Dat vind ik juist fijn aan theatermaken; als het veilig is, is het eigenlijk niets.’

De voorstelling met misschien wel de langste opkomst ooit zit vol van zulk ongemak. Daarin wordt groots aangekondigd dat de acteur opkomt, maar – je raadt het al – lange tijd gebeurt er weinig en is De Bruyne in geen velden of wegen te bekennen. ‘Het duurt heel lang voor ik uiteindelijk wel opkom, maar dan ontstaat er een ongemakkelijk moment tussen mij en het publiek omdat ik een hele poos stil blijf. Ik geef ze dus totaal niet wat ze verwachten.’

Die voorstelling heeft De Bruyne onder andere gespeeld op de NDSM-werf en op Oerol. Terwijl je dus wacht op de opkomst van de acteur, gebeurt er op de achtergrond van alles, waardoor je begint te twijfelen of een voorbijrijdende auto niet ook bij de voorstelling hoort, of dat de voetganger in de verte niet degene is die zo het podium op zal lopen. De Bruyne: ‘Je focust je plots op je omgeving, op dingen waar je niet vaak bij stilstaat. We vergeten vaak hoe mooi de wereld om ons heen is, maar ik hoop dat mensen dat op zo’n moment wel zien. Dus de schoonheid van het alledaagse, daar draait die voorstelling ook om.’

Tuinman met zestien kerstbomen
Bracht hij bij die voorstelling het theater naar de buitenwereld, het tegenovergestelde zul je bij De Bruyne ook regelmatig zien gebeuren: in Beats of love stonden zestien kerstbomen van verschillende formaten in de zaal en Wat als dit alles is? eindigt met het beeld van een natuurlandschap. Niet vreemd, als je weet dat De Bruyne tuinman is geweest. ‘Na de middelbare school deed ik auditie voor de acteeropleiding, maar ze vonden me nog erg jong – ik had niet genoeg levenservaring. Omdat ik toen in het weekend als tuinman werkte, besloot ik daar eerst een opleiding in te doen.’

Dat vak heeft De Bruyne niet helemaal achter zich gelaten, al is hij nu theatermaker geworden. ‘Als je tuiniert leg je een landschap aan dat er wild uitziet, maar elke tuinman plant alles precies zo aan als hij wil. Een omgeving die er heel natuurlijk uitziet, is dus in feite door een mens bepaald.’ Datzelfde gaat op voor zijn werk in het theater: ‘Daar probeer ik ook nonchalance uit te stralen, maar over alles is nagedacht – elk detail is heel precies gekozen.’

 

Foto’s: copyright PLAN-portret Elias De Bruyne door Bas de Brouwer.

 


Ontmoet de makers

Podcast met Timo Tembuyser en Rianne Wilbers
PLAN

Aswin Baaijens maakte voor Talenthub Brabant een podcast, waarin theatermaker Timo Tembuyser (PLAN Talentontwikkeling Brabant) en zangeres Rianne Wilbers (Music Hub Brabant) met elkaar in gesprek gingen. Over hoe je als maker kunt maken wat je wilt maken en hoe je durft los te laten wat je is geleerd, om zo je eigen stem te vinden. En hoe biedt TalentHub Brabant dan precies de ruimte om te onderzoeken en experimenteren?’ Halverwege ontdekken ze dat ze toevallig met hetzelfde thema bezig zijn, maar dan precies tegenovergesteld.

Je beluister de podcast hier.


Ontmoet de makers

Verkadefabriek wordt elfde partner PLAN Talentontwikkeling Brabant
PLAN

Goed nieuws: PLAN Talentontwikkeling Brabant heeft er een nieuwe partner bij: Vanaf heden sluit de Verkadefabriek uit Den Bosch zich aan.
Samen met de tien bestaande partners, zet de Verkadefabriek de schouders onder deze Brabantse samenwerking, die jong podiumkunsttalent helpt om een eigen artistieke signatuur en werkwijze te ontwikkelen.
PLAN wordt vanaf nu gedragen door: Festival Cement, Theaterfestival Boulevard, DansBrabant, Het Zuidelijk Toneel, Festival Circolo, De Nieuwe Vorst, Podium Bloos, Parktheater Eindhoven, United Cowboys, Theater Artemis en de Verkadefabriek.

PLAN is verheugd:
“Met de aansluiting van deze mooie Bossche culturele plek, hebben we er als PLAN een prachtig podium bij. Daarnaast wil de Verkadefabriek graag ruimte voor jonge makers bieden. We zijn bijzonder blij dat we daarvoor de krachten vanaf nu bundelen.” (Patrice Matthee, coördinator PLAN Brabant)

VERKADEFABRIEK
De Verkadefabriek is dé culturele ontmoetingsplek voor film, theater, eten en drinken in Den Bosch. In de oude koekjesfabriek zijn twee theaterzalen, vijf filmzalen, een clubzaal, café-restaurant en meerdere repetitieruimtes gevestigd. Jaarlijks bezoeken zo’n 200.000 mensen in de Verkadefabriek een film, theater, cabaret, dans, muziek of kindervoorstelling.
De Verkadefabriek verbindt zich aan zes huisgezelschappen voor een intensieve samenwerking: Minoux, Panama Pictures, Theater Artemis, Matzer Theaterproducties, Lucas de Man en Paleis voor Volksvlijt. Sinds 2020 biedt de Verkadefabriek ruimte aan jonge makers in Studio Verkadefabriek, mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van de Verkadefabriek. De samenwerking met PLAN Brabant sluit aan bij de wens van de Verkadefabriek om meer jonge makers te ondersteunen.


Ontmoet de makers

PLANmaker Hendrik Kegels: ‘Als we ons leven lang blijven spelen, worden veel dingen draaglijker’
PLAN

Op 19 november ging NIETES in première, een voorstelling van PLANmaker Hendrik Kegels. Hendrik werkt onder PLAN met zijn vaste partner in crime, Sonja van Ojen. NIETES maakte hij niet met haar, maar met Kim Karssen. Elise van Dam sprak voor de serie Jonge Makers van Het Parool met Hendrik over NIETES :

“In de voorstellingen die ik maak, staan objecten centraal. Als er een mens meedoet, gaat het over de verhouding van die mens tot die objecten, over hoe onhandig we met spullen omgaan. We struikelen erover, vallen erin. Samen met Sonja van Ojen kies ik er nadrukkelijk voor om voorstellingen te maken over niet-menselijke dingen. We willen de mens uit het centrum van de wereld halen.”

Lees het hele interview hier.


Ontmoet de makers

De grondverf van Koen Verheijden
PLAN

In de voorstellingen van Koen Verheijden zijn het verleden en het heden altijd met elkaar verbonden. In zijn trilogie Nina Bobo, waarvan het laatste deel in 2023 zal verschijnen, is dat zijn eigen Indische familiegeschiedenis. Maar net zo goed put hij uit gebeurtenissen uit het verleden die verder van hem af staan, zoals een Grieks keizerlijk liefdesverhaal.

Interview met Koen Verheijden voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

‘Mijn fantasie neemt vooral bij verhalen uit het verleden de vrije loop. Al maak ik nooit echt historische voorstellingen, maar vertel ik vanuit het hier en nu.’ Dat betekent dat we het perspectief volgen van personages die in onze tijd leven en die een verhaal vertellen uit het verleden of zich verhouden tot figuren uit de geschiedenis. Zo heeft de hoofdpersoon in Eromenos in het huidige Amsterdam te maken met haat en uitsluiting, verlangt naar een alternatief en komt uit bij het geromantiseerde Griekse liefdesverhaal van Antinous. Door zich te verdiepen in deze mannelijke geliefde van keizer Hadrianus, kan de hoofdpersoon uit Eromenos ontvluchten uit zijn eigen rauwe realiteit.

Voor Verheijden was het in bepaald opzicht wel moeilijker om zijn eigen familiegeschiedenis te gebruiken voor een voorstelling: ‘Bij een verhaal van buitenaf kan ik losgaan in mijn fantasie, maar bij mensen die ik ken vind ik het lastiger net zo geïnspireerd te raken.’

Het eerste deel van zijn trilogie Nina Bobo ging over zijn Indische oma, achter wier zwijgen veel leed schuilging. In het tweede deel stond zijn opa centraal, die KNIL-militair was geweest. Een opa die hij nooit heeft gekend omdat hij overleed toen Verheijden twee was. Maar door gesprekken met zijn familie leerde Verheijden veel over de man die onderdrukker was, maar ook als krijgsgevangene in een jappenkamp had gezeten.

Complexe figuren dus, maar geen figuren die Verheijden kon romantiseren: ‘Ik weet wat ze hebben gedaan en dat ze niet bepaald de leukste mensen waren. Ik weet dat ze onaangename personen zijn geweest. Het komt door hun trauma’s dat ze verbitterd zijn geworden, maar ik kan hen moeilijk tot helden maken.’

Soms maakt hij dingen juist rauwer als hij het gevoel heeft dat dat de voorstelling ten goede komt en schuwt hij er niet voor fictie in te zetten. ‘Als ik vind dat een scène meer gedramatiseerd kan worden, gebruik ik fictie. Mijn eigen opa is bijvoorbeeld nooit fysiek gewelddadig geweest, maar in andere Indische families kwam dat wel voor. In Nina Bobo: Joop gebruikt de opa wel fysiek geweld – hierdoor wordt de impact van zijn geschiedenis voelbaarder of begrijpelijker.’

In het derde deel van de trilogie staat Verheijdens Javaanse oermoeder Siepa centraal, de vrouw waarmee de Indische familielijn ooit is begonnen. Omdat ze zo’n 150 jaar geleden leefde, is er niemand over die haar heeft gekend of verhalen over haar kan vertellen. Dat betekent dat Verheijden voor haar wel ‘een groots en meeslepend verhaal kan bedenken en haar tot een held kan maken.’

Haar leven was er echter een van onderdrukking; haar familie was waarschijnlijk erg arm en zij moest werken voor een Nederlandse soldaat. Deze vrouwen werden vaak gezien als producten en werden uitgewisseld, verkocht en seksueel misbruikt. Wanneer ze zwanger werden, hadden ze niet altijd het recht om het kind zelf te houden. Dus toen Siepa beviel van Verheijdens betovergrootvader André, is ze waarschijnlijk weggestuurd en heeft ze haar kind niet kunnen opvoeden.

‘Ik wil niet dat ze een slachtoffer van de geschiedenis is. Dat was ze in zeker opzicht wel, maar ik maak haar tot een sterk personage dat zich niet zomaar bij haar lot neerlegt.’ Verheijden zegt het met een zekere opgewektheid in zijn stem, maar toen hij voor het eerst over deze geschiedenis hoorde, schrok hij wel. ‘Het was een pijnlijk besef dat ik voortgekomen ben uit onderdrukking en geweld.’

Hoe hij zich moet verhouden tot zijn Indische verleden weet hij niet zo goed. ‘Indisch zijn is eigenlijk een groot vraagteken. Het is niet per se een cultuur. Er is wel een gemeenschap, maar je kunt niet echt spreken van diepgewortelde gewoontes. Vaak kom je uit op clichés, bijvoorbeeld dat eten belangrijk is voor Indische mensen of dat iedereen altijd welkom is.’

In Nina Bobo: Siepa zit een scène waarin actrice Isha Ferdinandus zulke gewoonten opnoemt; met nostalgie spreekt ze over allerlei herkenbare elementen van het Indisch-zijn, zoals de uitgebreide familiefeesten. Die scène was haar eigen idee. Verheijden: ‘Tijdens het repeteren zei ze dat ze vond dat er meer fijne dingen van het Indisch zijn naar voren mochten komen. Dat hebben we toen in de voorstelling verwerkt.’ Want een voorstelling maken is voor hem een democratisch proces: acteurs mogen meedenken en materiaal aanleveren dat hij herschrijft. ‘Als iemand een goed idee heeft ben ik best makkelijk te overtuigen. Het moet onze gezamenlijke voorstelling worden, al komt de grondverf van mij.’

 


Ontmoet de makers

Simon Bus wint Innovatieprijs Nederlandse Dansdagen Maastricht
PLAN

PLANmaker Simon Bus is op 30 september 2022 benoemd als winnaar van de Innovatieprijs Nederlandse Dansdagen Maastricht. Simon ontvangt 25.000 voor het produceren van zijn ideeën. Het nieuwe werk of creatieproces zal tijdens de Nederlandse Dansdagen 2023 voor het eerst worden gepresenteerd.
Naast Simon waren ook Jordy Dik en Mohamed Yusuf Boss genomineerd.
De choreografen werden voorgedragen door dansprofessionals en -liefhebbers. Uit de meer dan honderd inzendingen heeft een 7-koppige jury bestaande uit dans- en cultuurprofessionals uiteindelijk drie makers geselecteerd.
De prijs werd uitgereikt tijdens het Nederlandse Dansdagen Gala op vrijdagavond 30 september 2022 in Theater aan het Vrijthof.
Lees meer

Ontmoet de makers

Lovende pers over EXIT van Piet Van Dycke
PLAN

Met zijn voorstelling EXIT oogstte PLANmaker Piet Van Dycke lovende woorden afgelopen zomer. Hieronder een greep uit wat verscheen.

★★★★ – Volkskrant, Annette Embrechts:
Lees hele stuk hier

‘Exit’ is een speelse en geraffineerde combinatie van acrobatiek, dans en slapstick. Het werk van de jonge choreograaf en circusartiest Piet Van Dycke blinkt uit door een organische mix van lichtvoetigheid en zwaarte.

Hoe vaak per dag loop je door een deur zonder erbij na te denken? Terwijl zo’n praktisch object toch serieus tot de verbeelding kan spreken. We ontlenen er niet voor niets veel spreekwoorden aan, zoals iemand het gat van de deur wijzen, de deur bij iemand platlopen, met iemand door één deur kunnen of zo gek als een deur zijn. Tijdens de fraaie voorstelling Exit van het Nederlands-Vlaamse clubje Circumstances komen al die associaties voorbij, zonder dat de metaforische betekenis al te veel gewicht krijgt.

Vijf deuren, vier mannen, drie muren, twee verdiepingen en één aanstekelijke soundtrack. Daarmee maakt choreograaf en circusartiest Piet Van Dycke een even speelse als geraffineerde combinatie van acrobatiek, dans, slapstick en evenwichtskunst. Zodra de eerste deur in het decor van het slot is, wandelen de heren individueel hun ogenschijnlijk losse parcours. Soms slaan ze een deur net voor iemands neus dicht, dan weer blijven ze pontificaal in de deuropening staan om de ander de toegang te beletten. Geleidelijk – zie ook de subtiele kostuumwisselingen – ontstaat het collectieve besef dat samenwerking hen (letterlijk) verder gaat brengen. De lat wordt steeds (een verdieping) hoger gelegd. Muren worden een wip, deuren een lanceerplank, sponningen een handgreep en deurlijsten een koprolstang.

Tijdens deze precaire en soms gevaarlijke oefening in balans vinden de vier circusacrobaten (Christopher Mc Auley, Luuk Brantjes, Samuel Rhyner en Will Blenkin), gespecialiseerd in bascule, partneracrobatiek en balansbord, ook tijd voor knipogen richting publiek. Het werk van de jonge Piet Van Dycke (26) blinkt uit door een organische mix van lichtvoetigheid en zwaarte. Die weegschaal past hij origineel toe in zijn groeiende oeuvre, dat in Nederland en België inmiddels gretig aftrek vindt. Met het nieuwe Exit zet hij ook de deur open naar de rest van Europa.

★★★★ – NRC, Ron Rijghard
Lees hele stuk hier
„Het heet Exit, daarom lopen ze steeds door die deuren”, fluistert een hele rij dames achter mij aan elkaar door, bij aanvang van de voorstelling. Inderdaad. Op het podium staat een gebouwtje in u-vorm, met vijf deuren, aanvankelijk benut voor sierlijke looppatronen.

Het deel in het midden blijkt een muur die aan de bovenkant om zijn as kan draaien als een rad. De vier dansers benutten die werveling op alle mogelijke manieren: om zich op te laten hijsen en op het dakje ernaast te springen, om over heen te lopen en om op te balanceren, als een surfboard hoog in lucht. Solo, met twee en uiteindelijk met zijn vieren voeren ze er verbluffende, gevaarlijk ogende acrobatische toeren op uit.

De Vlaamse choreograaf Piet Van Dycke (1996), alom geroemd als aanstormend talent sinds hij in 2018 in Tilburg afstudeerde, vroeg dan ook vier dansers met een circus-achtergrond voor deze voorstelling. Hun dubbele talent maakt Exit tot een opwindend uur fysieke krachtpatserij – en dat ook nog op de mooiste plek in het Zuiderpark, midden in een dichte kring populieren.”

Cultureel persbureau, Wijbrand Schaap
Lees hele stuk hier

Veel uitgangen
“Net even buiten het centrum van het losliggende festivalterrein staat een magische populierencirkel, die als natuurlijk theater dienst doet. Daarin zag ik de meest blijmakende voorstelling tot nu toe: Exit van Piet van Dycke. Het is een circusact met acrobatiek en dans, maar ook vijf slaande deuren die herinneringen oproepen aan vervlogen tijden, toen theaterkluchten van de onvermijdelijke deurenact (waar zit de bedrogen echtgenoot, de minnares, de boze buurvrouw?) een ware kunstvorm wisten te maken. In Exit gaat het over binnenkomen en buitensluiten, maar ook over vereende kracht en vliegen. Belangrijkste les: er is altijd een uitgang. Gaat de ene deur dicht kunnen er altijd nog vier andere open, ook al lijkt dat niet altijd zo. Kom je toch nog veilig thuis. Met de trein.”


Ontmoet de makers

PLANmaker Elias De Bruyne genomineerd voor VSCD Mime / Performance Prijs
PLAN

De VSCD Mimejury heeft uit het aanbod aan voorstellingen in de zomerprogrammering een extra genomineerde voor de VSCD Mime/Performance Prijs gekozen: De voorstelling met misschien wel de langste opkomst ooit van Elias De Bruyne en Theater Artemis.

Uit het juryrapport: “In ‘De voorstelling met misschien wel de langste opkomst ooit’ van Elias De Bruyne, die hij onder de vleugels van Theater Artemis, Over het IJ, Oerol en Plan Brabant heeft gemaakt, wordt de titel helemaal ingelost. Op Oerol vond deze locatievoorstelling plaats in een duinlandschap. In plaats van een monumentale opkomst wordt al snel duidelijk dat we naar iets heel anders zitten te kijken: Het landschap van de Terschellingse duinen. Door de theaterconventies naar zijn hand te zetten, stuurde De Bruyne onze blik verwachtingsvol dat landschap in, dat in al zijn eenzaamheid een hele nieuwe poëtische betekenis krijgt. En dat met slechts de belofte om op te komen.”

Lees hier meer


Ontmoet de makers
Francesca Lazzeri / Wild Vlees
Meer weten over Francesca Lazzeri / Wild Vlees?

Drie nieuwe PLANmakers

10 februari 2023

Het nieuwe jaar brengt 3 nieuwe instromers in PLAN! Anna Verkouteren Jansen, Anthony van Gog en King Sisters kunnen de komende jaren met steun van..

Lees verder..

Binnenkort

Double Bill Simon Bus & Elesya Dobysh – Première

Simon Bus / Corpo Máquina

Double Bill Simon Bus & Elesya Dobysh

Simon Bus / Corpo Máquina

Three Studies (for a self-portrait)

Simon Bus / Corpo Máquina

Simon Bus: Febris & Courtney May Robertson: the pleasure of stepping off a horse when it’s moving at full speed)

Simon Bus / Corpo Máquina
Korzo
Den Haag

Three Studies (for a self-portrait)

Simon Bus / Corpo Máquina
Bekijk de hele agenda

Broedplaatsen

In de broedplaatsen kunnen makers hun eerste stappen zetten en zichtbaar maken. Tegelijkertijd is het een kennismaking tussen een maker en partner(s), op basis waarvan een lange(re) samenwerking tot stand kan komen. Er zijn broedplaatsen in Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven.

Partners

In PLAN werken de volgende producenten, podia én festivals samen: Festival Cement, Theaterfestival Boulevard, DansBrabant, Het Zuidelijk Toneel, Festival Circolo, De Nieuwe Vorst, Podium Bloos, Parktheater Eindhoven, United Cowboys, Theater Artemis en de Verkadefabriek. Lees hieronder meer over de werking van elke partner of klik door naar ieders website.